|
Springen Mannen
|
Toelichting foto | Foto |
Beverwijk,
19 mei 1946, opening nieuwe sintelbaan. De wedstrijd is ter gelegenheid van de nieuwe sintelbaan die de vereniging "Door Eendracht Macht" geheel op eigen kracht, zonder steun van gemeente of bedrijfsleven heeft aangelegd. Het is de eerste selectiewedstrijd voor de Europese kampioenschappen in Oslo. Cor Lamoree (Haarlem, hier op foto) springt 3,70 m. Joop Verkes (Haarlem) springt 3,45 m. De "vanger" onder de lat is de voormalige atleet Steph van Duyn. Cor Lamoree is Nederlands kampioen polsstokhoogspringen in 1936, 1939 t/m1941, 1943 en 1946 t/m 1952. In 1946 evenaart hij eerst het Nederlands record van Age van der Zee met 3,90, waarna hij het datzelfde jaar via 3,91 op 3,975 brengt. Cor neemt deel aan de EK van 1946 in Oslo en springt daar naar de negende plaats met 3,90. In 1949 is hij ook Nederlands kampioen tienkamp. Joop Verkes is Nederlands kampioen polsstokhoogspringen in 1937, 1942 en 1944. |
![]() |
Utrecht,
14 mei 1950, nationale openingswedstrijden van
Hellas. De 46-jarige voorzitter van de NTC, Wim Peters, wordt met 13,13 derde bij het hink-stap-springen, achter Henk van Egmond (DEM) met 13,61 en Sterk (Vitesse) met 13,18. |
![]() |
Hengelo,
Stadion Veldwijk, 19 en 20 augustus 1950,
interland Nederland - Noorwegen. Henk van Egmond springt 14,28 en wordt daarmee tweede achter de Noor Nilsen met 14,55. De Nederlander Laurens wordt vierde met 13,55. Van Egmond doet een week later mee aan de Europese kampioenschappen in Brussel. Hij wordt 12e met 13,90. Henk is Nederlands kampioen hink-stap-springen 1948 t/m 1951 en 1951 en 1955. |
![]() |
Rotterdam,
Nenijto, 3 juni 1956, invitatiewedstrijden van de
Rotterdamse Atletiek Commissie. Na twee ongeldige sprongen komt Henk Visser (AAC) toch nog in de finale met 7,20. In de finale springt hij meteen 7,765, een nieuw Nederlands record. Bij het opmeten van de sprong is ook Adriaan Paulen betrokken, die er deze foto aan overhoudt. Tweede wordt Hans Griek (AAC) met 6,75 en derde Wim Thissen (AAC) met 6,48. |
![]() |
Stockholm, 23
augustus 1958, Europese kampioenschappen. Op een dag met veel regen en daardoor een slechte aanloop, overschrijdt Albert Hofstede de kwalificatie eis hink-stap-springen met 1 cm en springt 14,01. In de wedstrijd verbetert hij zich tot 14,49 en wordt daarmee 15e. De winnaar springt 16,43. De aanloop is zo slecht geworden dat men voor de finale een andere aanloop kiest. |
![]() |
Eindhoven, 24
juli 1960, Nederlandse kampioenschappen. Servee Wijsen (Kimbria) springt met de polsstok over 4,01 en verbetert zijn eigen Nederlands record met 1 cm. Rinus van Es (Holland-L) en Chris Gelens (K&K) gaan over 3,80. Servee Wijsen is de eerste Nederlandse vier meter springer. Op 26 mei 1960 springt hij tijdens de Coupe de l'Amitié in Longwy (F) over deze hoogte. Servee is Nederlands kampioen in 1957 en 1958, 1960 t/m 1963 en 1965 t/m 1967. Na zijn 4,01 in Eindhoven springt hij nog de Nederlandse records 4,10, 4,22, 4,25, 4,35, 4,38, 4,40 en tenslotte in 1967 4,50. |
![]() |
Rotterdam, 21
juli 1962, Nederlandse selectie tegen Brigham Young
University (USA) uit Provo (Utah). De Nederlandse selectie wint met 52 tegen 50 punten en zelfs dat is voor de recensent van het bondsblad De Athletiekwereld geen lichtpuntje. De Amerikaanse springers met 4,47 achter hun naam, zijn na 3,80 uitgeschakeld, waarna Servee Wijsen met de glasfiberstok van Brian Smith verder mag springen. Hij haalt er 4,00 mee. Chris Gelens (rechts met stok in zijn handen) wordt derde ook met 3,80. Op dat moment beschikt Nederland nog niet over glasfiberstokken. Die komen pas een aantal dagen later met Ray van Asten mee uit de Verenigde Staten. Duidelijk is te zien dat de springers neerkomen in een bak zand. Mogelijk verklaart dat het voortijdig "vertrek" van de Amerikanen. |
![]() |
Schiphol,
31 juli 1962. Ray van Asten komt vanuit Californië naar Nederland om zich formeel te kwalificeren voor de 800m op de Europese kampioenschappen in Belgrado. Hij brengt twee glasfiberstokken mee voor de KNAU. Een stok is bestemd voor Servee Wijsen, die de stok meteen ophaalt en in Eindhoven met Eef Kamerbeek gaat oefenen. Op 5 augustus tijdens de Nederlandse tienkampkampioenschappen verbetert Eef zich met de glasfiberstok tot 3,80. |
![]() |
Leiden, 16
juni 1963, interland Nederland - België -
Mittelrhein. Leo de Winter springt in deze wedstrijd 7,44 en verbetert daarmee zijn Nederlands jeugdrecord met 15 cm. Een week eerder, tijdens de interland Groot-Brittannië - Benelux, heeft hij al 7,51 gesprongen, echter met teveel rugwind. Een maand later op 13 juli verbetert Leo tijdens de Zeslandenwedstrijd in Enschede het jeugdrecord opnieuw en brengt het op 7,56. Hiermee plaatst hij zich als tweede op de Nederlandse ranglijst aller tijden, na de 7,98 van Henk Visser. Leo is Nederlands kampioen verspringen in 1963 en 1964. Daarna richt hij zich meer op de sprintnummers. |
![]() |
Groningen, 4
augustus 1968, Nederlandse kampioenschappen. Het is voor de eerste keer dat de springers op een NK beschikken over een kunststof aanloop. Het zijn in die tijd nog matten, die uitgerold worden over de sintels. Ad de Jong (Diomedon, zie foto) wordt kampioen met 7,33 en hij prolongeert hiermee zijn titel. Tweede wordt Huub Pappers (Kimbria) met 7,25 voor Henk Evers (AV '55) met 7,06. Ad loopt ook nog de 100m en wordt daarop derde met 10,6. |
![]() |
Haarlem, 26 juli
1970, Nederlandse kampioenschappen. Peter Geelen wordt Nederlands kampioen met 2,01, voor Ben Lesterhuis met 1,98. Lesterhuis en Geelen zijn in 1970 een maatje te groot voor de concurrentie. Beiden hebben 2,04 op hun naam staan, waarbij Lesterhuis in persoonlijke duels de meeste overwinningen heeft behaald. Op het NK heeft Lesterhuis echter last van een blessure. Derde wordt de Delftse student Roelf van der Wijk (Metro) met 1,90. Peter Geelen is ook kampioen hoogspringen in 1972. In 1968 evenaart hij het Nederlands record hoogspringen van Ben Lesterhuis met 2,03 en in 1972 verbetert hij het record van Lesterhuis en brengt het van 2,08 naar 2,10. |
![]() |
Terug naar top | |